Feijenoord: 150 jaar gemengde wijk
Robert Putnam heeft zich vergist toen hij stelde dat een gemengde wijk gepaard gaat met onderling wantrouwen (1). Dat is goed nieuws, ook in het licht van het actuele wereldgebeuren. Ware het niet dat in 2018 een rapport van de WRR uitkwam waaruit bleek dat diversiteit in een wijk wel degelijk een issue kan zijn (2). We zijn er dus nog niet uit. En dit voorjaar verscheen de integratienota van de gemeente Rotterdam die eerst en vooral oproept eens met wat meer ontspanning naar de thematiek van integratie en diversiteit te kijken (3). Misschien kunnen we nu ook eens kijken naar hoe het er op het niveau van het dagelijks leven toegaat? Daarvoor gaan we naar de ‘superdiverse’ Rotterdamse wijk Feijenoord, één vierkante kilometer in omvang, met 8200 inwoners die voor 85% van allochtone herkomst zijn.
Hand in hand
Feijenoord is al vanaf het laatste kwart van de 19de eeuw een gemengde wijk. De ontwikkeling van de havengerelateerde bedrijvigheid leidde tot een flinke immigratiestroom van ongeschoolde werkkrachten uit Brabant, Limburg, Zeeland en de Zuid-Hollandse eilanden. De overheid was nog in alle opzichten nachtwakerstaat zodat het bedrijfsleven vrij spel had deze nieuwe Rotterdammers uit te buiten. De sociale en pedagogische ontwikkeling van de wijk was volledig een zaak van verzuild particulier initiatief. De Rotterdamse maatschappelijke elites gingen daarbij om strijd in de ontwikkeling van een sociale structuur waarin gezinnen op regel kwamen en kinderen hun vorming en ontwikkeling kregen. Aanvankelijk waren dat vooral de katholieken en de protestanten, naderhand ook de socialisten en liberalen. Opmerkelijk is het verhaal van Louis Gompertz, een bewogen pastoor die in ruim tien jaar de basis legde voor een bloeiende parochie met een kerk, scholen, jeugdwerk en ander initiatief dat gericht was op de kwaliteit van leven. Gompertz was ook één van de personen die van zich liet horen in een enquetecommissie over de mensonterende arbeidsomstandigheden bij de spoorwegen. Hij was bepaald geen vriend van Lodewijk Pincoffs en zag zich in zijn gelijk bevestigd toen bleek dat die de boel behoorlijk getild had. Dat Feijenoord overigens geen rozentuin was blijkt wel uit het feit dat Gompertz altijd een geladen revolver en een grote zwarte hond bij zich had als hij er in zijn parochie op uittrok. Het sociale leven ontwikkelde zich volledig verzuild maar door de toenemende welvaart en de secularisatie waren daar een eeuw later de scherpe kantjes wel van af. En zo heeft Nederland Feijenoord leren kennen als een wijk waar in de 60er jaren ‘geluk nog heel gewoon was’.
Quaevis terra patria
De tweede immigratiegolf vanaf de 70er jaren van de vorige eeuw leidde tot een heel andere en veel complexere gemengdheid van de wijk. Deze immigranten kwamen van over de hele wereld en konden zich niet zoals hun voorgangers optrekken aan congruente maatschappelijke elites. Velen brachten de Islam mee, een godsdienst die met de westelijke wereld een veel brisantere en langere animositeit kent dan ooit tussen de katholieken en protestanten het geval was. De nieuwe Feijenoorders kennen een grote diversiteit in cultuur, taal , tradities en levensbeschouwing. De spanningen op wereldniveau laten de mensen in de wijk niet onberoerd. De overheid kreeg in de afgelopen 40 jaar geleidelijk aan meer greep op het maatschappelijk leven maar of dat bijgedragen heeft aan het opbouwen van een hechte samenleving van de nieuwe Feijenoorders valt zeer te betwijfelen. De armoede in deze wijk is aanzienlijk en zet de kwaliteit van leven van velen sterk onder druk. Op het gebied van integratie- en inburgeringsbeleid heeft de overheid in al die decennia ook niet bepaald een vaste hand gehad. Verklaart dat wellicht ook dat de schotels in de wijk gericht zijn op Istanboel, Marrakech en andere oorden van de verhalen uit duizend en één nacht? Heel de wereld is mijn vaderland, dat kunnen vele Feijenoorders Erasmus nazeggen.
Kalmte kan ons redden
Gezien die complexe gemengdheid knijpen we hier op Feijenoord al in onze handjes dat deze minderheden in een vreedzame co-existentie naast elkaar leven. Elk van de factoren die de complexiteit van deze wijk uitmaken houdt voor de kwaliteit van de onderlinge verhoudingen een risico in. Radicalisering, de gebeurtenissen in Parijs, Keulen, Brussel en Rotterdam en het vluchtelingendebat horen daarbij. Daar staat tegenover dat de Feijenoorders elkaar doorgaans wel goed weten te vinden als het gaat om de vorming en ontwikkeling van de kinderen en jongeren in de wijk. Dat zal ook liggen aan de natuurlijke aandrang van de mens tot gemeenschapsvorming en aan ieders besef dat de toekomst van deze wijk aan de jeugd is. Als we met geduld en beleid bouwen aan een wijk die ook een samenleving is en waar je je kinderen graag op wilt laten groeien, dan hebben we nog een hele eeuw om er wat van te maken. Alles is veel voor wie niet veel verwacht.
- www.volkskrant.nl/wetenschap/gemengde-wijk-leidt-niet-tot-onderling-wantrouwen~a4185033/
- https://www.wrr.nl/publicaties/verkenningen/2018/05/29/de-nieuwe-verscheidenheid
- https://rotterdam.raadsinformatie.nl/document/7377969/1/19bb12100
Geef een reactie