De opmerkingen van John Hattie (Trouw, 12 november 2015) over het Nederlandse onderwijs zijn behartenswaardig en zetten aan tot grondige reflectie op ons onderwijssysteem en op de selectiemechanismen die slecht uitpakken voor de jeugd die van ver moet komen. Echter, de oorzaken voor en de remedie voor achterstand is niet alleen een kwesite van onderwijs, maar heeft te maken met de ontwikkelingsgerichtheid van de hele omgeving waarin kinderen en jongeren opgroeien. Twee voorbeelden.
1. Jongeren in gegoede wijken hebben een veel beter toekomstperspectief in onderwijs, werk en leven dan hun leeftijdgenoten in achterstandswijken. Niet de verschillen in onderwijskwaliteit zijn daarvoor bepalend, maar de algehele pedagogische en educatieve kwaliteit van de omgeving waar kinderen en jongeren zich bewegen en door alles wat ze thuis in en in hun vrije tijd meemaken; van de allervroegste leeftijd totdat ze de jaren des onderscheids hebben bereikt. Scholen roeien in deze wijken met de stroom mee.
2. Taalachterstanden die kinderen in de vroege leeftijd oplopen werken de hele schoolloopbaan door, zo is bekend; dit illustreert dat onderwijs hier veel minder klaarmaakt dan doorgaans wordt aangenomen, en dat het eerder de thuissituatie is die hier het verschil maakt. Hier wreekt zich het feit dat het inburgeringsbeleid de laatste jaren teruggebracht is tot een zoek-het-maar-uit benadering en daar heeft iedereen die zich inzet voor de jeugd last van.
De jeugd in achterstandwijken is de klos. En de samenleving evenzeer.
Natuurlijk doet de school ertoe maar hij maakt niet het verschil. Dat is een zaak van de hele community waarin kinderen en jongeren opgroeien. De tragiek is daarom dat de jeugd in achterstandswijken op zeker vier dimensies gepakt wordt.
- Door een onderwijssysteem dat voor hen onvoldoende werkt.
- Door het ontbreken van inburgeringsbeleid waardoor hun ouders onvoldoende toegerust zijn voor de rol die redelijkerwijs van hen verwacht mag worden.
- Door de kortingen op achterstandsgeld waardoor scholen in deze wijken minder armslag krijgen voor hun belangrijke werk.
- En door de bezuinigingen op het gemeentefonds die zonder twijfel zullen leiden tot een verminderde financiële inzet van de gemeenten op andere disciplines die zo belangrijk zijn voor de ontwikkeling van de jeugd: zoals opvoedondersteuning, babyzorg, kinderopvang, muziek en jeugdtheater, sport, de bieb, jeugdwelzijn, jongerenwerk, jeugd- en gezondheidszorg. Dit alles gaat ons en de komende generaties nog flink opbreken.
Dit alles gaat ons en de komende generaties nog flink opbreken.