Op woensdag 17 juli mocht ik inspreken bij de Rotterdamse Raadscommissie Zorg, Onderwijs, Cultuur en Sport (ZOCS). De vergadering had maar één onderwerp, het welzijnswerk in het gebied Feijenoord en het brede ongenoegen over de performance van Humanitas, de organisatie die door voormalig wethouder Hugo de Jonge de welzijnsopdracht was gegund. Het was ook de tweede keer dat dit onderwerp in de raadscommissie aan de orde was. Hieronder mijn inbreng. Aanwezig waren de gemeenteraadsleden van de commissie ZOCS en wethouder Sven de Langen.
Beste raadsleden, beste wethouder,
Een jaar of 14 geleden ben ik in de wijk Feijenoord komen wonen. Ik ben van Feijenoord gaan houden en ben me ook gaan inzetten voor de jeugd in de wijk, in het bijzonder voor de velen die zich op Feijenoord met de jeugd engageren.
In die tijd was ik nog rijksambtenaar. In 2011 mocht ik de namens het Rijk de onderhandelingen doen met de gemeente Rotterdam over de inbreng van het ministerie van OCW in het Nationaal Programma Rotterdam Zuid. Het viel me daarbij op dat de gemeente er heel goed in is aan te voeren dat Rotterdam Zuid een heel kwetsbaar gebied was, dat het daarom een status aparte verdient, en dat dit rechtvaardigt dat het Rijk met extra middelen en aanvullend beleid komt. OCW heeft dat gedaan: er kwam een interessante set van afspraken en het departement schonk €5,6 miljoen.
Ik was ook erg gemotiveerd om die onderhandelingen te doen. Omdat ik op die manier iets kon betekenen voor de Feijenoordse jeugd. En omdat de gemeente de Children’s Zone wilde invoeren. Dat zag ik helemaal zitten, want ik had op OCW ook al het idee ontwikkeld van een ‘village to raise a child’. De notie dat iedereen ertoe doet in de opvoeding en vorming van kinderen: ouders, bewoners, vrijwilligers, beroepskrachten uit alle pedagogische disciplines, sociaal ondernemers, werkgevers. Als die met elkaar in een hecht verbond een samenleving vormen dan kan de jeugd daarin gedijen en groeien. Op Feijenoord ontdekte ik dat het in de praktijk ook zo werkt. Als de Feijenoorders hand in hand gaan voor hun pedagogische opdracht dan gebeuren er mooie dingen, zo heb ik zelf al die jaren mogen ondervinden. Er waren veel activiteiten en die hebben enorm bijgedragen aan de saamhorigheid in de wijk. Zo’n ontwikkeling zou op Feijenoord ook door de gemeente worden gestimuleerd; dat was de Children’s Zone. Bovendien: Feijenoord zou een ‘focuswijk’ worden. Dan verwacht je dat alle instanties om de wijk heen gaan staan om er een plek van te maken waar je je kind graag op laat groeien.
Welnu, dat is allemaal behoorlijk tegengevallen. Als ik het gemeentelijk jeugd- en welzijnsbeleid op Feijenoord van de afgelopen 10 jaar samen moet vatten: gebrek aan consistentie, gebrek aan regie, gebrek aan investeringen, en gebrek aan empathie jegens de mensen van de dagelijkse praktijk. En een overdaad aan personele discontuiteit: het lijkt er wel een Afrikaans weeshuis. En de kinderen op Feijenoord zitten al vaak met hechtingsproblematiek.
Ik heb Hugo de Jonge de afgelopen jaren meerdere keren uitgenodigd om samen met de burgers en de wijkpartners te komen tot afspraken over de ontwikkeling van zo’n ‘village to raise a child’. Vergeefs. Ik heb ook de burgemeester daarvoor benaderd. Vergeefs. Ik ben opgegaan voor een Right to Challenge, zodat burgers zelf de verantwoordelijkheid zouden nemen voor het pedagogisch klimaat in de wijk. Vergeefs. En na die Humanitas-beslissing heb ik Hugo de Jonge gevraagd de nieuwe aanbieder aan te sporen om toch zoveel mogelijk van het goede wat er was te behouden. Vergeefs.
En wat het welzijnsbeleid betreft: in drie achtereenvolgende aanbestedingsrondes is alles wat er op Feijenoord aan samenlevingsopbouw en aan jeugdwerk was volledig teniet gedaan. De jeugd op Feijenoord is maar bitter weinig opgeschoten met 10 jaar gemeentelijk jeugd- en welzijnsbeleid. De gemeente Rotterdam levert niet de oplossing voor de problemen van Feijenoord; de gemeente ís één dan die problemen, en niet de geringste.
Ik ben geen rijksambtenaar meer. Maar als ik het nog was, dan had ik de bewindslieden er allang van op de hoogte gesteld hoe de gemeente zelf de status aparte die Feijenoord geniet in het Rijksbeleid veronachtzaamt. En hoe de burger daarbij ook altijd het nakijken heeft gehad. Het had een interessant gesprek opgeleverd met minister Kajsa Ollongren.
Maar ik ben eerst en vooral burger van deze stad, en daarom deel ik mijn waarnemingen met jullie, zodat jullie je er als volksvertegenwoordigers en als gemeentebestuur je voordeel mee kunt doen. Dat heb ik ook gedaan in de richting van de wijkraad Feijenoord.
Ik heb drie voorstellen:
- Een onafhankelijk onderzoek, door de Rekenkamer, naar het gemeentelijk jeugdbeleid van de afgelopen 10 jaar op Feijenoord, inclusief de Children’s Zone en het welzijnsbeleid.
- Ontbinding van het contract met Humanitas, en dat de welzijnsopdracht opnieuw wordt opengezet. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Doe daarbij twee dingen: a. dat aanbieders ook kunnen opteren voor een deel van de opdracht; b. dat de burgers een stevige stem hebben in het programma van eisen en in de besluitvorming.
- Een jeugdkansenplan voor Feijenoord, waarbij gebruik gemaakt wordt van de extra middelen die het Rijk in het kader van het NPRZ beschikbaar heeft gesteld. Een voorstel van die strekking heb ik in de vorige collegeperiode al eens aan Marco Pastors en aan Sven de Langen gedaan. Ik leg het graag ook nog een keer aan jullie voor, als jullie daar prijs op stellen.
Beste mensen,
De kinderen en jongeren van Feijenoord, ze verdienen onze gezamenlijke inzet. Daarom eindig ik met deze prachtige aansporing van het grootste kind dat Rotterdam ooit heeft voortgebracht. Dat is Desiderius Erasmus.
“Laten we overwegen hoeveel we van onze kinderen houden, hoe veelzijdig en veeleisend een goede opvoeding is, maar ook hoe schitterend haar resultaat. Vergeet niet hoe vlot een kind alles opneemt en hoe soepel zijn geest is, hoe gemakkelijk het iets aanleert dat goed is en bij de menselijke natuur past, zeker als vriendelijke mensen het spelenderwijs weten aan te brengen.’
Ik wens de jeugd op Feijenoord heel veel van zulke mensen toe.
Zeer bedankt voor jullie aandacht.
Ype Akkerman, 17 juli 2019, burger van Rotterdam