Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal.
Mevrouw Bergkamp,
Met het oog op de begrotingsbehandeling van VWS volgende week sturen we u deze concept-motie. Die voorziet er in dat het geld dat nu bij OCW blijft hangen omdat thuiszitters geen gebruik maken van regulier onderwijs, beschikbaar komt voor thuiszittersinitiatieven. De motie staat ook in het teken van ruim baan bieden aan zulke alternatieve trajecten voor de kinderen en jongeren die volstrekt terecht het reguliere onderwijs mijden. Dat sluit aan bij de motie Kwint/Westerveld die op 24 november 2020 kamerbreed is aangenomen is (31497, nr. 37). En op bijgaand pamflet waarin wij dringend oproepen dat de klopjachten op thuiszitters en hun ouders door de leerplicht en veilig thuis worden gestaakt. Zie www.pedeng.nl/stop
We pleiten ervoor deze motie in te dienen bij de behandeling van de VWS begroting zodat de bewindslieden van VWS worden aangespoord er bij hun collega van OCW op aandringen dat dit geld ook gaat rollen voor de vorming van deze kinderen en jongeren. Want die laatste is daar niet happig op, is onze stellige indruk. Wilt u daarom deze concept-motie als voorstel bij het debat betrekken?
Hoogachtend, mede namens Lex Hupe,
Ype Akkerman
Concept-motie ‘Geld moet rollen’
De Kamer, gehoord de beraadslaging,
Overwegende dat de motie Kwint en Westerveld over de experimenteerruimte voor thuiszittersinitiatieven op 24 november 2020 kamerbreed is aangenomen (31497, nr. 37);
Dat ouders van thuiszitters in toenemende mate gebruik maken van zulke thuiszittersinitiatieven zoals beschreven in https://www.regelhulp.nl/documenten/publicaties/opaz/rapporten/1/leren-van-thuiszitters;
Dat die thuiszittersinitiatieven worden betaald met eigen geld van de ouders dan wel met middelen van de gemeente, waardoor zowel ouders als de gemeenten door het falen van het regulier onderwijs op kosten worden gejaagd;
Dat het ministerie van OCW intussen per thuiszitter een bedrag van tussen de 6000,- en 18.000,- bespaart waardoor dit geld onthouden wordt aan de ouders en de gemeenten die nu opdraaien voor de kosten van deze initiatieven;
Verzoekt de Regering om uiterlijk per 1 januari 2022 te regelen dat deze OCW-middelen ter beschikking komen voor zulke thuiszittersinitiatieven,
En gaat over de orde van de dag.
Toelichting
Achtergrond van deze motie is de bovengenoemde motie Kwint/Westerveld en een pamflet van Lex Hupe en Ype Akkerman waarin er voor wordt gepleit de klopjachten op de ‘de tot thuiszitter gemaakten’ door de leerplicht en veilig thuis te staken. Zie www.pedeng.nl/klop. In dat pamflet wordt ook gepleit voor ruim baan aan de thuiszittersinitiatieven zoals die in opdracht van het ministerie van VWS door Movisie zijn geïnventariseerd. Zie daarvoor www.regelhulp.nl/documenten/publicaties/opaz/rapporten/1/leren-van-thuiszitters
Dat betekent ook ruim baan in financiële zin want het kan niet zo zijn dat ouders en gemeenten opdraaien voor de kosten van die alternatieve trajecten voor deze kinderen en jongeren, dit terwijl de middelen die door het niet volgen van het reguliere onderwijs bij het ministerie van OCW en de samenwerkingsverbanden blijven hangen. Bovendien is de minister van OCW buitengewoon traag en terughoudend met de uitvoering van de motie Kwint/Westerveld (31497, nr. 37). Het gaat hem dus niet worden als hij door de Tweede Kamer en zijn collega’s van VWS niet nadrukkelijk wordt aangespoord dat geld te laten rollen.
De motie strekt ertoe dat dit geld beschikbaar komt voor die thuiszittersinitiatieven. En daarmee voor de vorming van de kinderen en jongeren voor wie het reguliere onderwijs overduidelijk niet functioneert en zelfs beschadigend en traumatiserend kan zijn. Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld via een rugzakje, via rechtstreekse bekostiging van de thuiszittersinitiatieven, via een doeluitkering aan de gemeente of anderszins, en is dus vooral een kwestie van techniek. De omvang van het bedrag per thuiszitter moet dan een gewogen gemiddelde zijn van het bedrag voor regulier onderwijs (6000.-) en speciaal onderwijs (18.000,-). Hoe dan ook, dit geld moet zo gaan rollen dat er niets aan de strijkstok blijft hangen. Zodat de betreffende kinderen en jongeren er voor hun vorming maximaal van profiteren. Want daar hebben ze recht op.
De motie impliceert dat de bewindslieden van VWS er bij hun collega van OCW op aandringen dat er per 1 januari zo’n regeling ligt en dat die dan ook wordt uitgevoerd. Vandaar ons voorstel dat die wordt ingediend bij de begrotingsbehandeling VWS in de week van 25 oktober 2021.