De 8,5 mld. NPO geld is geen probleem maar een kans. Een kans voor elk kind om de brede vorming te krijgen die wij het gunnen, in alle 140 aandachtswijken van Nederland. Want met dit geld kan een eerste 2 à 3 jarige impuls worden gegeven aan een structureel Jeugdkansenprogramma met een duurzaam effect op meer kansengelijkheid. Eén ook die zo naar meer smaakt dat een nieuwe Regering en de gemeenten wel móeten investeren in zo’n structurele aanpak. Maar dan moeten de gemeenten hier hun kansen wel grijpen en dat kan vandaag nog. Het is niet moeilijk, zo leert de ervaring. Het is een kwestie van willen en twee heel eenvoudige maatregelen nemen. Die staan in paragraaf 4.
Het voorstel is in vieren.
1. Hevel de helft van het NPO-bedrag over naar andere jeugddisciplines.
Dat de 8,5 mld. voor het NPO tot problemen leidt kon je van tevoren voorspellen. Daarom heb ik op 25 mei het voorstel gedaan aan de Tweede Kamer en de relevante bewindslieden om de helft van dit bedrag over te hevelen naar andere jeugddisciplines. Vergeefs uiteraard maar daar zal men op terug moeten komen. De komende Algemene Politieke Beschouwingen bieden daarvoor de eerstvolgende mogelijkheid.
Voordelen van deze overheveling zijn:
- Voorkomen dat het geld wordt uitgegeven omdat het er nu eenmaal is, dat het weglekt naar bestemmingen waarvoor het niet bedoeld is of dat het opgepot wordt bij de schoolbesturen. Wat hele slechte bestedingen zijn van belastinggeld.
- Het geld komt ook ten goede aan de bondgenoten van de leraren in alle andere leefdomeinen en disciplines: dat is belangrijk en terecht omdat ook zij hun inbreng hebben in de brede vorming van de jeugd.
- Het geld kan tevens worden ingezet voor de ontwikkeling van aandachtswijken tot hechte pedagogische (wijk)gemeenschappen of ‘villages tot raise a child’.
- Het biedt de impuls en de opmaat voor een structureel Jeugdkansenprogramma.
Zie voor een uitgebreidere onderbouwing en uitwerking van deze overheveling: www.pedeng.nl/hevel
2. Gebruik het als impuls voor een structureel Jeugdkansenprogramma
Dit Jeugdkansenprogramma berust op vier pijlers:
1. Een toereikend en stabiel inkomen in de gezinnen
2. Goede en betaalbare (sociale) huisvesting
3. Voldoende en goed personeel in alle jeugddisciplines, vanaf de geboortezorg tot en met werkervaring in bedrijven
4. Hechte pedagogische wijkgemeenschappen (villages tot raise a child)
Het geheel van de NPO-middelen, herverdeeld als hierboven voorgesteld, is bedoeld voor de pijlers 3 en 4. Overigens heeft ook VWS middelen beschikbaar gesteld voor de jeugd na corona. Die worden gepoold met de herverdeelde NPO-middelen.
Voor een uitvoeriger beschrijving en onderbouwing van dit Jeugdkansenprogramma, zie www.pedeng.nl/jkp
3. Begin per direct met de samenlevingsopbouw naar hechte pedagogische (wijk)gemeenschappen
De eerste drie pijlers van het Jeugdkansenprogramma duren even en er gaat lang werk in zitten; ze vergen voorbereiding, overleg, wetgeving en een langdurig implementatietraject.
Dat is niet het geval bij pijler 4, hechte pedagogische wijkgemeenschappen. Daar kan elke gemeente vandaag nog mee beginnen. De voordelen van zo’n wijkgemeenschap zijn groot:
- De geduldige en gestage samenlevingsopbouw die het vergt is niet duur en heeft een groot inverdieneffect.
- Het doorbreken van segregatie naar migratie-achtergrond, tussen arm en rijk en tussen praktisch en theoretisch opgeleid.
- Jeugdproblematiek ontstaat minder of wordt eerder afgevangen voordat het uit de hand loopt.
- In zo’n gemeenschap werkt iedereen samen aan de brede vorming van de jeugd. Daardoor kan de school meester in de beperking te zijn door zich vooral toe te leggen op die zaken waarvoor het onderwijs garant moet staan: talen, rekenen en kennis op vele terreinen, en dat alles op het hoogst mogelijke niveau.
- Het doorbreekt de verkokering in het jeugd- en onderwijsbeleid daar wat het ertoe doet. Namelijk op het niveau van de dagelijkse praktijk; daar wordt immers voor de jeugd het verschil gemaakt.
- Het verzacht de problematiek van de personeelstekorten in belangrijke sectoren als onderwijs, kinderopvang en jeugdzorg. Hand in hand bereik je immers meer dan wanneer iedereen zijn eigen spel speelt. Dit laat onverlet dat die tekorten wel moeten worden aangepakt (zie pijler 3 Jeugdkansenprogramma)
- Het samenwerken van ouders, vrijwilligers en professionals in zo’n gemeenschap en de resultaten die zo worden geboekt zijn motiverend en versterken de beroepstrots van de werkers van de dagelijkse praktijk. Dat maakt zo’n gemeenschap ook als arbeidsomgeving aantrekkelijk; het is een begeerlijke plek voor iedereen die zich voor de jeugd inzet. Dan willen veel meer mensen dan nu het geval is er ook werken en dat draagt bij aan het inlopen van de personeelstekorten die zich vooral in de 140 aandachtswijken het scherpst voordoen.
4. Hoe maak je een begin met deze samenlevingsopbouw?
Elke gemeente volgt hier simultaan twee adviezen op:
1. Organiseer per wijk een pedagogische wijkconferentie waarin ouders, vrijwilligers en professionals uit alle relevante leefdomeinen en disciplines bij elkaar komen voor (nadere) kennismaking, om te ontdekken wat ze aan elkaar kunnen hebben en om gezamenlijk initiatieven af te spreken die betrekking hebben op de brede vorming van de jeugd in de wijk.
2. Stel een ‘wijkburgemeester’ aan, dit wil zeggen een competente ambtenaar die de vrijheid heeft en het gezag om naar bevind van zaken te handelen gericht op de ontwikkeling van de wijkgemeenschap. De uitkomsten van de wijkconferentie bieden voor diens werk de eerste aangrijpingspunten.
Waarom zijn dit goede adviezen? Een casus uit de praktijk.
Dit waren ca. 10 jaar geleden de twee aanbevelingen van de Veldacademie van Henk Oosterling aan de Deelgemeente Feijenoord. Nu had ik zelf een bewonersorganisatie opgericht die als eerste wapenfeit zo’n wijkconferentie organiseerde. De deelgemeente stelde een regisseur aan, naderhand een hele competente opbouwwerker en ikzelf heb als bewoner ook verbindende activiteiten en ontmoetingen georganiseerd. Deze ontwikkeling mondde uit in het zgn. PCF-manifest dat ook een pedagogisch wijkprogramma bevat. Zie www.pedeng.nl/pcf en daarbinnen het manifest van het Pedagogisch Collectief Feijenoord.
http://www.pedeng.nl/wp-content/uploads/2016/02/PCFManifest-11.pdf
Dit veelbelovende proces van ca. 3 jaar is door voormalig CDA-wethouder Hugo de Jonge niet gesteund en naderhand zelfs om zeep geholpen. Dit door middel van drie aanbestedingsrondes welzijn waarbij alle kind- en jongerenwerk uit de wijk verdwenen is en de samenlevingsopbouw gestaakt. Zijn -eveneens van het CDA afkomstige- opvolger Sven de Langen heeft het nog erger gemaakt door een welzijnscowboy genaamd Humanitas de hand boven het hoofd te houden, die wat er nog aan samenlevingsopbouw restte helemaal de vernieling in hielp. Dit laat onverlet dat zo’n ontwikkeling nog steeds mogelijk is. Niet alleen op Feijenoord maar in alle 140 Nederlandse aandachtswijken. Dat veronderstelt dan wel betere wethouders dan de bovengenoemde twee maar dat kan onmogelijk een probleem zijn.
Zie voor een beknopt relaas www.pedeng.nl/dreams