Kansengelijkheid uitsluitend ophangen aan onderwijs is een ernstige reductie van de werkelijkheid. Een beetje historicus kan weten dat de verheffing van de arbeidersjeugd ook te danken was aan betere welstand in de gezinnen, goede sociale huur, samenlevingsopbouw en vormende vrijetijdsbesteding door middel van sport, jeugdwerk en cultuurparticipatie. De huidige ongelijkheid van kansen van de jeugd zit ‘m niet alleen in het onderwijs maar ook in de toenemende armoede van de ouders, het slopen van hun huizen, discriminatie, segregatie in de wijken en verschraling van de vormende vrijetijdsbesteding. Wie dan de oplossingen uitsluitend in het onderwijs zoekt is naïef en zadelt leraren in aandachtswijken op met een mission impossible; ze mogen dweilen waar anderen de kraan openlaten. En wie dan alleen maar overheidsgeld steekt in onderwijs en lerarensalarissen maakt dat onderwijs een verdienmodel wordt van de armoede van ouders. Waarin is die dan anders dan de schuldenindustrie? Is dit een voorbeeld voor de jeugd?
Zie ook www.pedeng.nl/verheffing
En niet in de laatste plaats: dit beleid is ineffectief en een slechte besteding van belastinggeld. Daarom is dit een veel beter perspectief.