Het Rotterdomse jeugdbeleid op Zuid in 13 punten
- Kinderen worden niet geboren maar gevormd. Het zijn de mensen van de dagelijkse praktijk, en niemand anders, die bij die vorming het verschil maken. Ouders voorop. En die mogen daarbij rekenen op de inzet van vrijwilligers en professionals in de geboortezorg, de kinderopvang, speeltuin en kinderboerderij, onderwijs, sport, cultuur en groen, kind en jongerenwerk, jeugdhulpverlening en gezinsondersteuning, gezondheidszorg, wijkpolitie, geestelijke gemeenschapen en de wereld van arbeid en beroep. Hun impact op die vorming is groter naarmate ze er zin in hebben hun beste beentje voor te zetten voor de vorming van de jeugd, en dat ook als een gezamenlijke maatschappelijke opdracht op te vatten.
- De stress van structurele armoede, slechte huisvesting en maatschappelijke uitsluiting is funest voor het zelfbeeld en het gedrag van kinderen en jongeren. Dat zet zich al in de eerste duizend dagen van hun bestaan en trekt als een kanker door hun jonge leven.
- Dit betekent dat de ouders en de werkers in de dagelijkse pedagogische praktijk in alle relevante leefdomeinen en disciplines een flinke hijs hebben om goed met deze kinderen om te gaan en ze te vormen tot volwaardige mensen in alle opzichten.
- Omdat veel te veel van onderwijs wordt verwacht worden leraren met een mission impossible opgezadeld. Ze dweilen waar anderen de kraan openlaten van armoede, slechte huisvesting, een ernstig gebrek aan vormende vrijetijdsbesteding en wijken die als los zand aan elkaar hangen. Vandaar de burn-out, de uitval en lerarentekort op Feijenoord en Charlois. Lees http://www.pedeng.nl/vuur/
- Het aantal praktijkpedagogen, ook in de andere jeugddisciplines dan onderwijs, vormt een krimpend bestand. Dat komt door de algehele krapte op de arbeidsmarkt in combinatie met de moeilijkheidsgraad van het werk in wijken zoals Feijenoord.
- We hebben iedereen dus keihard en meer dan ooit nodig. Desondanks menen het Rotterdomse College, het beleidsapparaat en het NPRZ dat het de mensen van de dagelijkse praktijk ongestraft het vel over de oren kan halen en als oud vuil te behandelen. Door de ouders arm, dom en onmondig te houden. Door de werkers in de pedagogische frontlinie te teisteren met de targets en prestatieindicatoren van het oubollige en volstrekt achterhaalde new public management. Of ze de financiële armslag te onthouden dan wel af te pakken die ze nodig hebben voor hun belangrijke werk.
- Dat laatste treft vooral kleinere organisaties die vaak al een lange staat van dienst hebben in de wijken. Zoals het jeugdcentrum CJV, de Katrol, Monteirogym, Helderheid, speeltuin de Feijenoordse Middenstip, Hockeyclub Feijenoord, You Atelier, TOS en vele anderen die voor de systeemfarizeeërs kennelijk moeilijk in te passen zijn. Hun lotgevallen illustreren het stelselmatige dedain van de gemeente jegens deze ervaren praktijkwerkers en staan voor het afbraakbeleid op het terrein van de de vormende vrijetijdsbesteding. Lees http://www.pedeng.nl/afbraak/
- Geld is niet het probleem. Maar door de verkokering in het jeugdbeleid komt het terecht op plekken waar het niet rendeert of zelfs wordt opgepot en blijft het weg waar het wel een goede bestemming vindt. Wat ook het zo belangrijke onderlinge samenspel tussen bewoners, ouders, vrijwilligers en professionals, en de opbouw van een sterke pedagogische wijkgemeenschap frustreert.
- Dit alles heeft een opdrijvend effect op de jeugdzorg en op handhaving, politie en justitie. Maar dat neemt het Rotterdomse College kennelijk voor lief. Sterker nog, het klopt zichzelf daar nog graag voor op de borst ook met zijn hang naar contraproductieve en prijzige repressie. En trouwens, hadden we niet ook een fors probleem met de uitdijende kosten van de jeugdzorg?
- Penny wise pound foolish, dus. Het spreekt vanzelf dat met dit beleid ook de belastingbetaler een poot wordt uitgedraaid. Maar ja, wat zou het? De burger is er enkel en alleen maar voor de centen en de rest is flauwekul.
- Dan spreken we nog niet eens over de enorme maatschappelijke en economische kosten van dit kortzichtige beleid. En al helemaal niet dat dit uitgerekend in de stad speelt waar Erasmus, het grootste kind van Rotterdom ooit, geboren is en er zijn eerste duizend dagen heeft doorgebracht. Die is inmiddels twee meter in zijn graf gezakt van het vele omdraaien als hij aan het Rotterdomse jeugdbeleid denkt.
- Want de armoede van het Rotterdomse jeugdbeleid op Zuid blijkt wel uit de drie pijlers ervan. Dat kinderen hoge Cito-scores halen. Dat de jeugd aan de slag gaat in de tekortsectoren. En dat jongens geen rottigheid uithalen want de boel moet wel ‘schoon, heel en veilig’ blijven natuurlijk. Dit beleid diskwalificeert de jeugd op Zuid voor een waardige plek in de samenleving en op de arbeidsmarkt; geen wonder dat er zoveel extra inspanning moet worden gepleegd om de ‘pijler werk’ ook maar enigszins te doen slagen.
- Door dit beleid wordt de kinderen op Zuid de vorming onthouden die hen tot waardige en volwaardige mensen maakt. Het komt neer op institutionele verwaarlozing van de jeugd, grenzend aan kindermishandeling. En het is stellig in flagrante strijd met de rechten van het kind. Maar wat wil je met die typisch ‘Rotterdomse aanpak’ met zijn macho-pedagogiek van ’opgestroopte mouwen’ en niet ‘lullen maar poetsen’?