Open brief aan de schoolbesturen op Rotterdam Zuid
Rond de zomervakantie stuurde ik de schoolbesturen op Rotterdam Zuid de onderstaande berichten waarin ik ze waarschuwde voor de sloop van het onderwijs op Zuid, als ze vasthouden aan de wijze waarin ze nu in het NPRZ participeren. In die berichten staat met zoveel woorden dat de schoolbesturen zich met de huidige regiodeal van het NPRZ in het pak hebben laten naaien en in een alleszins giftige relatie terecht gekomen zijn. Een relatie die een grote bedreiging voor de motivatie van het onderwijspersoneel om zich voor de jeugd op Zuid in te zetten, en die fors bijdraagt aan het groeiende tekort bij zowel leraren als directeuren.
Omdat ik op mijn eerste bericht van 28 juni jl. geen reactie kreeg heb ik op 5 augustus jl. een herinnering gestuurd. Daarop kwam alleen van het CVO een antwoord, hetgeen pleit voor de responsitiviteit van dit schoolbestuur, maar tevens het ontbreken ervan bij de andere schoolbesturen accentueert. Gezien deze minimale respons op mijn berichten ben ik zo vrij ze om te zetten in een open brief zodat iedere belanghebbende, zoals leraren, schoolleiders maar zeker ook ouders, er kennis van kunnen nemen. Let op uw saeck, is hier mijn dringende devies.
Herinnering dd. 5 augustus 2022
Beste besturen van de onderwijsinstellingen op Zuid,
Het zal ongetwijfeld met de zomervakantie te maken hebben dat ik nog geen reactie gekregen heb op het bericht hieronder. Die vakantie gun ik u ook van harte, maar ziet u wel kans me op korte termijn te laten weten of u het bericht in goede orde ontvangen heeft en me te laten weten wat u er mee gaat doen? Ik benut deze herinnering ook om het bericht onder de aandacht te brengen van enkele schoolbesturen die het eerder niet hebben gekregen.
Sinds het bericht van 28 juni hebben zich enkele nieuwe ontwikkelingen voorgedaan en die maken mijn betoog urgent.
1. Midterm Review NPRZ
In de eerste plaats de midterm review van Martin van Rijn. Ik weet niet hoe het u vergaat maar ik vind het een volstrekt onvoldragen stuk. Consultants die beweren dat het NPRZ voor 25% geslaagd is lijden aan ernstig gezichtsbedrog. Want de jeugd op Zuid is slechter af dan 10 jaar geleden. Wat betreft hun vorming en als het gaat om de noodzakelijke condities daarvoor; dat zijn een stevige materiele basis in de gezinnen en een hoogwaardige pedagogische en educatieve infrastructuur in de wijken. Er gaan grote bedragen om in het NPRZ en het heeft flinke impact op de burgers, in het bijzonder die met kinderen, en zeker ook op uw personeel. Daarom heeft iedereen die zich hier op Zuid in de praktijk van alledag inzet voor de jeugd, of het nu de ouders zijn, jeugdprofessionals in loondienst, sociaal ondernemers of vrijwilligers het volste recht op een onbevangen, deugdelijke en wetenschappelijke beleidsevaluatie, en daar voldoet deze midterm review geenszins aan. Ik neem aan dat u ook het artikel van dr. Gijs Custers gelezen heeft. Een verademing en dat moet het ook voor u en voor uw personeel zijn, schat ik zo in. Bovendien, wie meent dat prestatieindicatoren als Cito-scores een maat zijn voor de kwaliteit van het onderwijs en voor beleidssucces pleegt volksverlakkerij en laat het onderwijspersoneel in de steek. In dat verband verwijs ik u ook graag naar het verhelderende boek van Berend van der Kolk, “De Meetmaatschappij”.
Is het niet de hoogste tijd voor een grondig gesprek over de vraag wat we de jeugd op Zuid bij willen brengen, waartoe we dat willen, wie daarvoor aan de lat zijn en hoe we dat het beste doen? En ‘we’, dat zij niet de zelfbenoemde autoriteiten, maar de burgers van Zuid, al dan niet met opgroeiende kinderen. En verder iedereen die zich beroepsmatig en vrijwillig inzet voor de vorming van de jeugd. Deze midterm review is het zoveelste bewijs van de armoedigheid in het denken hierover. Laat u zich daar toch niet de hele tijd in meeslepen! De kinderen en jongeren van Zuid verdienen beter, en hun ouders ook.
2. Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid
In de tweede plaats is inmiddels ook bekend dat het NPRZ zal worden voortgezet in het kader van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid en ik er ga van uit dat het NPRZ-bureau druk bezig is daarvoor een aanvraag in te dienen. Dat zal ergens in de loop van het komend najaar moeten gebeuren. Ik heb dan ook een dringend verzoek: verkoop uw huid duur en laat u zich niet zo in het pak naaien als bij de vorige onderhandelingen. U bent immers bevoegd gezag over het onderwijs, niemand anders. Stel dus harde voorwaarden aan de partners in het NPRZ, in het bijzonder het Rijk, de gemeente en de woningcorporaties, voordat u zich verbindt aan de volgende tranche. Harde voorwaarden op het gebied van bestaanszekerheid in huishoudens, goede huisvesting, een ruim aanbod aan vormende vrijetijdsbesteding en versterken van de sociale basis in de wijken; spreekt u deze partners nu eens aan op hun commitment en op hun prestaties. En last but not least: schaf de sturing op prestatieindicatoren zoals Cito-scores af; wat zou dat een opluchting zijn! Wie nalaat deze voorwaarden te stellen speelt met vuur want u raakt ze allemaal kwijt, de leraren en de schooldirecteuren. En dat is in niemands belang. Of denkt u dat het lerarentekort wordt opgelost door OCW-beleid? Dat is een illusie en een hele dure ook, voor de burgers die daarvoor de publieke middelen op moeten brengen.
3. Personele discontinuïteit: De olifant in de kamer en in de porseleinkast
Tenslotte attendeer ik u graag op dit artikel van Thijs Janssen en Radboud Engbersen over personele discontuiteit in het sociale domein. Behartenswaardig, zeker ook voor het onderwijs. Hier in de wijk Feijenoord is personele discontinuïteit niet alleen de olifant in de kamer maar ook in de porseleinkast, die van een fragiele pedagogische infrastructuur. Alles van waarde is weerloos, zo blijkt eens te meer.
https://www.zorgwelzijn.nl/discontinuiteit-is-de-olifant-in-het-sociaal-domein/
Dringend verzoek
Wilt u me laten weten wat u met deze berichten gaat doen? Zoals ik eerder aangaf, liever mondeling contact dan een schriftelijke reactie. En wacht niet te lang want het gaat hard nu.
Vriendelijke groet,
Ype Akkerman
Pedagogisch Collectief Feijenoord
Oorspronkelijk bericht dd 28 juni 2022
Aan de bestuurders van de scholen voor PO, VO en MBO op Rotterdam Zuid,
Hoed u voor de sloop van het onderwijs op Zuid
Mag ik zo vrij u zijn u een dringende waarschuwing mee te geven? Als het NPRZ-beleid zo doorgaat wordt het onderwijs in de op Zuid gesloopt, en dat zeker in de focuswijken. Dat is nu al te zien aan de enorme werkdruk en het groeiende tekort aan leraren en directeuren. Dit heeft alles in zich van een neerwaartse spiraal en ik denk dat de wethouder van onderwijs noch de verantwoordelijk minister daarin gaat voorzien, zeker niet afdoende. Uiteraard zal de situatie per school en per bestuur verschillen, maar wie de schoen past trekke hem aan.
Ik schrijf u dit als burger van Rotterdam en als bewoner van de wijk Feijenoord die zich al meer dan 10 jaar inzet voor de vorming van zijn jeugdige medeburgers. Mijn eigen kinderen hebben dan weliswaar niet meer de schoolgaande leeftijd, ik heb er net als iedere burger alle belang bij dat kinderen de vorming krijgen die hen, om met Erasmus te spreken, voluit tot mensen maakt. Onderwijs vervult daarbij een belangrijke rol, en ik meen dan ook alle recht en reden te hebben om u als bevoegd gezag aan te spreken op uw verantwoordelijkheid. Daarnaast schrijf ik u ook als voormalig beleidsadviseur van het ministerie van OCW die indertijd meegewerkt heeft aan het ontwerp van wat – naderhand ten onrechte- ‘pijler School’ is gaan heten; ik heb met lede ogen aan moeten zien hoe van dat ontwerp (dat van de Children’s Zone) is afgeweken. Met hele nadelige gevolgen voor het onderwijs op Zuid, zo blijkt steeds meer.
Ik licht dat als volgt toe.
1. Schoolprestaties van kinderen zijn niet uitsluitend de prestaties van de school
2. Vijf belemmerende onderwijs-externe omstandigheden
3. Uw partners in het NPRZ zijn geen partners
4. Wat te doen? Drie aanbevelingen.
5. Een ‘Pijler Vorming’ als wenkend perspectief
1. Schoolprestaties van kinderen zijn niet uitsluitend de prestaties van de school
De aanpak van het NPRZ lijkt sterk op het ‘No Child Left Behind’ beleid in de Verenigde Staten. Die gaat uit van de misplaatste veronderstelling dat schoolprestaties van kinderen exclusief terug te voeren zijn op prestaties van scholen. Misplaatst, want die lage schoolprestaties zijn ook in belangrijke mate toe te rekenen aan onderwijs-externe omstandigheden die ik bij punt 2 beschrijf; het zijn geen natuurwetten maar het gevolg van beleidsfalen op andere terreinen. De miskenning van dat feit leidt er toe dat leraren met een mission impossible worden opgezadeld; ze worden geacht te dweilen waar anderen de kraan open laten. Dat men dit in de VS ook door begin te krijgen blijkt wel uit deze graphic waarin betoogd wordt dat de vorming en verheffing van de jeugd niet een ‘schoolgecentreerde’ maar een ‘systemische’ aanpak vergt. Bestudeert u deze graphic eens rustig voordat u verder leest. En bedenkt u daarbij ook dat de oorspronkelijke opzet van de Children’s Zone ook een ‘systemische’ was, waarbij de hele wijk uitgroeit tot een ‘village to raise a child’ en waarin iedereen die er toe in de vorming van de jeugd de waardering en plek krijgt die die toekomt. Net als bij het Amerikaanse voorbeeld ervan, de Harlem Children’s Zone. Deze graphic rekent en passant ook af met de mythe van ‘onderwijs als emancipator’.
https://nepc.colorado.edu/sites/default/files/publications/balloons-nepc-infographic.pdf
2. Vijf belemmerende onderwijs-externe omstandigheden
Nu is de situatie in de VS niet één op één te vertalen naar de Nederlandse situatie. Voor Rotterdam Zuid zijn die externe -door beleid beïnvloedbare- omstandigheden in elk geval de volgende vijf.
2.1 Structurele armoede die reeds in de vroege jeugd ernstige beschadigingen oplevert. Zonder ontbijt op school komen is nog maar het topje van de ijsberg. Amerikaans onderzoek heeft aannemelijk gemaakt dat lage schoolprestaties van kinderen voor 46% zijn toe te rekenen aan armoede. Bedenkt u dan vervolgens ook dat die armoede als gevolg van inflatie en hogere energiekosten alleen maar groter wordt.
2.2 Slechte huisvesting, waardoor kinderen verstoken zijn van ruimte voor spel, hobby’s, huiswerk en goede nachtrust. Het is zelfs zo dat goede sociale huurwoningen op Zuid onttrokken worden aan de woningvoorraad. De sloop van de Tweebosbuurt is daarvan wel het schrijnendste voorbeeld;
2.3 Een ernstig gebrek aan vormende vrijetijdsbesteding. Ik heb dat in mijn wijk Feijenoord teloor zien gaan. Dit terwijl uit onderzoek blijkt dat ook goede vrijetijdsbesteding bijdraagt aan de vorming van de jeugd en de schoolprestaties.
2.4 Wijken die segregeren en als los zand aan elkaar hangen, en geenszins voldoen aan het idee van een ‘village to raise a child’. Waardoor geen gebruik wordt gemaakt van de synergie die optreedt als ouders, jeugdprofessionals en vrijwilligers in de wijk de vorming van de jeugd als een gezamenlijke opdracht zien. Veeleer heb ik de afgelopen een enorm personeelsverloop gezien in alle jeugdprofessies; wat gezien het sterk relationele karakter van het werken met kinderen en jongeren uiterst nadelig voor hen uitpakt.
2.5 Een sturing op targets en prestatieindicatoren die, zo blijkt steeds meer, contraproductief uitpakt op de intrinsieke motivatie, het professionele geweten van uw personeel en de kwaliteit van het onderwijs. Goed onderwijs draagt bij aan goede Cito-scores, maar worden ze als doelen en prestatieindicatoren gehanteerd dan treden perverse effecten op en wordt het werken van uw personeel onnodig stroef. Is het immers al niet genoegzaam bekend hoe funest het new public management uitpakt voor het sociale en pedagogische domein? De gemeente en het Rijk zijn niet bepaald vrijgekomen van deze verslavende ideologie.
3. Uw partners in het NPRZ zijn geen partners
Deze vijf factoren zijn de verantwoordelijkheid van uw partners in het NPRZ, in het bijzonder het Rijk, de gemeente Rotterdam en de woningcorporaties. Omdat die het op deze punten nadrukkelijk af laten weten moet u zich nadrukkelijk afvragen of het wel partners zijn; in werkelijkheid laten ze u in de steek en daardoor zit uw personeel met de gebakken peren. Voeg daar de machinaties van Marco Pastors aan toe, een technocraat die geen verstand heeft van kinderen en die behept is met een uiterst trage leercurve , dan kan ik niet anders concluderen dan dat u met de regiodeal voor het NPRZ in een hele giftige relatie terecht gekomen bent. Het zal u beslist niet meevallen u daaraan te onttrekken, maar u heeft geen andere keus, zo is mijn stellige overtuiging.
4. Wat te doen? Drie aanbevelingen
4.1 Indringend aankaarten
Ik raad u aan deze analyse van de situatie goed op u in te werken en aan te kaarten in het NPRZ-bestuur. Zodat ook uw partners het commitment aangaan voor de condities waar zij verantwoordelijk voor zijn. Doet u dat in elk geval bij de onderhandelingen voor een nieuwe regiodeal. Maar ik zou ook de huidige regiodeal indringend ter discussie stellen, met zo mogelijk als optie dat u er nu nog uitstapt. De eerste klap is immers een daalder waard.
4.2 Dring aan op een deugdelijke midterm review
Wat nu voor een ‘midterm review’ gehouden wordt mag die naam niet hebben. Als je halverwege een programma van 20 jaar bent, wat veel impact heeft op de bevolking en waar 260 mln. in om gaat, dan is het de hoogste tijd voor grondige beleidsevaluatie en dito reflectie. Daar hebben de burgers van Zuid alle recht op, net als u en uw personeel, de andere jeugdprofessionals en de vrijwilligers die zich dagelijks inzetten voor de vorming van de jeugd. Want die krijgen geenszins de waardering die ze verdienen, en dan druk ik me nog heel zacht uit.
Voor de aanpak ervan stel ik me voor dat er een ‘Commissie Midterm Review NPRZ’ wordt ingesteld die:
- bestaat uit deskundige autoriteiten op de drie terreinen van het NPRZ. Denkt u daarbij voor de ‘pijler School’ aan mensen uit de eredivisie van het type Kim Putters, Tjeenk Willink, Roel in ’t veld, Margrite Kalverboer, Mischa de Winter, Jos van der Lans, Gabriel van den Brink etc.;
- de opdracht krijgt om op basis van deugdelijk wetenschappelijk onderzoek een beleidsevaluatie uit te voeren. Ik heb in dat verband al eens enkele concrete onderzoeksvoorstellen gedaan, tot op heden vergeefs;
- tevens de vraag stelt of de analyse van Deetman en Mans die aan het NPRZ ten grondslag lag, nog actueel is. Als u het mij vraagt niet: zo zal armoede veel meer een issue moeten zijn en we moeten het ook niet meer hebben over onderwijs maar over vorming.
- aanbevelingen doet voor het vervolg van het NPRZ.
Het lijkt me dat de Gemeenteraad besluit over de samenstelling en de opdracht van deze commissie. En dat die dat in elk geval doet in samenspraak met de Wijkraden van de wijken die het voorwerp zijn van het NPRZ. En uiteraard met u. Deze aanbeveling heb ik ook de Gemeenteraad gedaan. Ik zou me daarbij aansluiten, als ik u was.
4.3 Stel de dagprogrammering ter discussie.
“Wij doen niet wat ouders willen, maar wat we vinden dat ze zouden moeten willen”. Zo beargumenteerde Marco Pastors vorig jaar in een landelijke bijeenkomst de verplichte schooltijdverlenging. Wat een uitspraak, zeg! In de eerste plaats is dit een inbreuk is op de ook wettelijk vastgelegde primaire verantwoordelijkheid van de ouders. In de tweede plaats is dit een niet-juridisch gelegitimeerde verlenging van de leerplicht, ja zelfs een verkapte vorm van uithuisplaatsing. Een verwijzing naar instemming door de medezeggenschapsraden gaat ook niet op; want die gaan toch niet over de vrijetijdsbesteding van de kinderen? En is er eigenlijk ook inspectietoezicht op de schooltijduitbreiding? Neemt u van mij aan, die verplichting is een vorm van ‘détournement de pouvoir’.
Nu ben ik erg voor die naschoolse activiteiten, daar niet van, maar dan wel vrijwillig. En waarom kan het niet beter gespreid over de week? Bijvoorbeeld, drie keer in de week aansluitend aan de school, en dan ook ’s avonds en in het weekend? Dan zitten de kinderen en jongeren 24/7 in een stimulerende en vormende omgeving waar ze zelf keuzes kunnen maken voor activiteiten waar ze wel bij varen en die hun identiteit versterken. Het is daarbij ook goed te bedenken dat deze schooltijduitbreiding eerst en vooral een obsessie van Marco Pastors zelf is die hij er tegen vele terechte bezwaren van ouders, leraren en schooldirecteuren doorgedrukt heeft. En die meer gebaseerd is op geloof dan op een goed doordachte pedagogische en educatieve visie op de vraag wat de beste condities voor de jeugd zijn in om alle opzichten uit de verf te komen.
En verder, is de hierboven aangehaalde uitspraak van Pastors bovendien niet antidemocratisch bij uitstek? En ondertussen breekt iedereen zich het hoofd waarom de opkomstpercentages voor de verkiezingen zo laag zijn en het ‘burgertopje’ van 14 mei jl. goeddeels mislukt is. Het is daarbij goed te beseffen dat zeker tweederde van de burgers op Zuid zelf opgroeiende kinderen heeft maar werkelijk niets te zeggen hebben over het jeugdbeleid. Hetgeen ook geldt voor hun volksvertegenwoordigers in de Wijkraden. En dat ze door de gemeente alleen op hun verantwoordelijkheid worden aangesproken als hun kinderen over de schreef gaan, waarbij men niet wil beseffen hoe armetierig het eigen jeugdbeleid is. Ik heb daarover vorig jaar dit stukje geschreven. Www.pedeng.nl/afwijzing
5. Een ‘Pijler Vorming’ als wenkend perspectief
Was ik al niet onder de indruk van het jeugdbeleid van het vorige college, dat zeer verkokerd was en gekenmerkt door een ernstig gebrek aan inlevingsvermogen in het werk van de dagelijkse praktijk, ik wist niet dat het nog erger kon. Ik ben wel benieuwd naar wat u vindt van de aanpak van het huidige college, maar wat mij betreft is het de tweede stad van Nederland volstrekt onwaardig. De stad bovendien die zich erop beroemt dat Erasmus er geboren is en er zijn eerste 1000 dagen heeft doorgebracht. Die moet zeker twee meter in zijn graf gezakt zijn van het vele omdraaien als hij denkt aan het abominabele pedagogische klimaat waarin de Rotterdamse jeugd heden ten dage opgroeit.
Is er een beter perspectief? Dat lijkt me wel. U kunt dat vinden in het betoog hieronder dat ik geschreven heb naar aanleiding van de TV-serie ‘Sander en de kloof’. Het zou wat mij betreft moeten leiden tot een ‘Pijler Vorming’. Een pijler die er op gericht is dat de kinderen van Zuid uit kunnen groeien tot mensen aan wie je de toekomst van de wijken, de stad, het land en de planeet met een gerust hart kunt toevertrouwen. Zie www.pedeng.nl/sanklo.
Tenslotte
Dit bericht zal ongetwijfeld vragen oproepen. Ik ben graag bereid tot een toelichting. En tot steun bij de stappen die u naar mijn idee zou kunnen zetten.
Met vriendelijke groet,
Ype Akkerman
Pedagogisch Collectief Feijenoord
Rotterdam
010 5118119
Twitter @ypakk
Geef een reactie