Het lerarentekort in de NPRZ -gebieden Feijenoord en Charlois is exorbitant. Dat komt door de veronachtzaming van schoolexterne omstandigheden die het werk van leraren onnodig bemoeilijken. Onnodig want die omstandigheden zijn door de inzet van de partners in het NPRZ best in positieve zin te beïnvloeden maar die zijn in gebreke gebleven. Daardoor dweilen leraren terwijl anderen de kraan openlaten. De problematiek was dus vermijdbaar en is verwijtbaar. Want men had beter kunnen weten.
Dat is de kern van mijn toespraak op 18 januari 2023 aan de Gemeenteraad naar aanleiding van de wethoudersbrief lerarentekort in het primair onderwijs. Die is medio december 2022 door wethouder Said Kasmi naar de Gemeenteraad gestuurd. In de laatste tabel van deze brief is te zien dat de lerarentekorten in gebieden Feijenoord en Charlois fors hoger zijn dan elders in de stad. In fte 80 resp. 62, dat is 16% resp. 17%. Als je ervan uit gaat dat de meeste leraren in deeltijd willen werken heb je dus al gauw minstens 200 vacatures te vervullen. Niet best dus voor 10 jaar NPRZ-beleid dat er juist op gericht was de condities voor de vorming van de jeugd te verbeteren, met het oog op een ‘succesvolle toekomst’. Het tegendeel blijkt dus het geval.
De verklaring hiervoor? Dat is de optelsom van de tunnelvisie van Marco Pastors, geen ruimte bieden aan voortschrijdend inzicht vanuit de dagelijkse praktijk, adviezen in de wind slaan en een zeer gebrekkige oriëntatie op de enorme hoeveelheid wetenschappelijke kennis over de condities die de vorming van de jeugd bepalen. Ook blijkt hieruit hoe funest de verkokering in het jeugdbeleid uitpakt, die zowel binnen het beleidsapparaat als binnen het College hardnekkig is.
In het betoog aan de Gemeenteraad wordt verwezen naar een graphic van het NPEC. Die is in november 2021 ook getoond en toegelicht aan een Raadscommissie, in aanwezigheid van wethouder Kasmi. Uit de wethoudersbrief valt niet op te maken dat hij deze graphic daarbij betrokken heeft. Wat ik toch wel een ernstige omissie vind want ik deel mijn kennis met de Raad en het College niet voor de flauwekul natuurlijk. https://nepc.colorado.edu/sites/default/files/publications/balloons-nepc-infographic.pdf
Beste raadsleden,
It takes a village to raise a child. Dit besef lag ten grondslag aan het ontwerp van de Children’s Zone. Dat zou vanaf 2012 vorm zou krijgen in de focuswijken van Feijenoord en Charlois. Die Children’s Zone kwam erop neer dat iedereen die zich inzet voor de vorming van de jeugd dat ook als een gezamenlijke opdracht ziet, in een wijkgemeenschap waarin elk kind kan gedijen en groeien. Naast goed onderwijs voorzag het ontwerp ook in een rijk aanbod aan vormende vrijetijdsbesteding, zodat de jeugd in alle opzichten uit de verf kan komen en de schoolprestaties verbeteren. Qua invoering zou het gaan om een lerende aanpak met ruimte voor voortschrijdend inzicht.
Totdat Marco Pastors aantrad. Die vond dit allemaal maar niks en zette volledig in op de school en op schooltijduitbreiding. Dat is een obsessie geworden die hem niet meer heeft losgelaten. En de gemeente liet het er ook bij zitten. De beoogde wijkaanpak kwam niet stand en de vormende vrijetijdsbesteding is zienderogen aan het verschralen.
Daarmee hebben we al twee van de vijf factoren te pakken die het de scholen en de leraren onnodig moeilijk maken. Ze zijn medebepalend voor de zwaarte van de gewichten die u in de bijgevoegde graphic aan de scholen ziet hangen. https://nepc.colorado.edu/sites/default/files/publications/balloons-nepc-infographic.pdf
Een derde factor is armoede. Amerikaans onderzoek leert dat lage schoolprestaties voor 46% daaraan kunnen worden toegerekend. Kinderen komen met leerachterstand de school binnen. Maar dat is voor een levenslustig kind best in te halen. Het probleem is dat die levenslust al in de vroegste jeugd een flinke knauw heeft opgelopen. Door de permanente stress die armoede bij de ouders teweegbrengt. Die werkt verwaarlozing of zelfs huiselijk geweld in de hand, en is beschadigend is voor de breinontwikkeling van het kind. Leraren hebben daardoor te stellen met allerlei gedragsproblematiek.
Als die leraren dan ook nog onderhevig zijn aan een meetcultuur waarbij hun werk pas gewaardeerd wordt als de kinderen hoge Cito-scores halen dan zet hen dat ook onder zware druk. Daarmee hebben we direct ook de vierde verzwarende factor te pakken: de sturing van het new public management met zijn targets en kritische prestatieindicatoren. Het wordt steeds duidelijker hoezeer dit de intrinsieke motivatie en de kwaliteit van het werk van de leraren ondermijnt. Het is een tirannie die hen ’t hert doorwondt. Het is dan ook bizar dat het NPRZ nog steeds vasthoudt aan dit achterhaalde en oubollige sturingsconcept.
Als vijfde factor noem ik huisvesting. Het maakt veel uit of je woning een thuis is waar ruimte is voor hobby’s, spel, huiswerk, om vriendjes te ontvangen en goede nachtrust. Die laat op Zuid in veel gevallen sterk te wensen over. En aangezien veel gezinnen op Zuid het van sociale huur moeten hebben is ook een beleid dat gericht is op sloop in plaats van renovatie en uitbreiding funest voor de leef- en leeromstandigheden van de jeugd.
Al deze verzwarende factoren zijn aan te pakken. Door het Rijk, de gemeente, de woningcorporaties en de schoolbesturen zelf. Maar omdat die in gebreke blijven dweilen leraren zich het schompes daar waar deze NPRZ-partners de kraan openlaten. Dit verklaart ook waarom de jeugd geen steek opgeschoten is met 10 jaar NPRZ. De Cito-scores mogen dan licht gestegen zijn en de VSV-cijfers gehalveerd, daar is een enorme prijs voor betaald. Door de leraren. Vandaar dat die het allemaal wel voor gezien houden.
Zeker is ook dat de condities voor de vorming van de jeugd verslechteren. Want het aantal mensen dat zich in allerlei pedagogische disciplines inzet voor de jeugd neemt af, doordat in allerlei sectoren van de arbeidsmarkt krapte ontstaat. Dan is het spelen met vuur door ze ook nog eens het vel over de oren te halen zoals dat op Feijenoord en Charlois gebeurt. In plaats daarvan met de rode loper voor ze uitgaan.
Wat dan wel? Een ingrijpende beleidswijziging op alle vijf de factoren die ik beschreef. Dat houdt in:
1. Bestaanszekerheid in de gezinnen door een structureel toereikende en stabiele financiële positie. Dit betekent dat het Rijk veel meer tempo maakt met de maatregelen die het nu schoorvoetend heeft genomen: hoger minimumloon & uitkering, terugdringen flexwerk en een lagere belasting op arbeid. Zodat ouders de gemoedsrust en de tijd hebben weer aan de verantwoordelijkheid voor hun kinderen te nemen. Dan nog zal er steun nodig zijn in de vorm van traumaverwerking, opvoeding en empowerment, maar de angel van structurele armoede is er tenminste uit.
2. Een fijn thuis voor elk kind dat ruimte biedt aan spel, hobby’s, huiswerk en goede nachtrust,. Dit betekent verbetering en uitbreiding van de woningvoorraad sociale huur.
3. Dat het wemelt van de goede mensen die zich vanuit elke relevante discipline vrijwillig of beroepsmatig inzetten voor de vorming van de kinderen en jongeren en die de vorming van de jeugd als een gezamenlijke opdracht zien. In elke leeftijdsfase, klokjerond en zeven dagen in de week. Dat betekent in elk geval zuinig zijn op degenen die het nu nog doen, ondanks de toenemende krapte op de arbeidsmarkt.
4. Sturing op procesfactoren. Dat is in elk geval de intrinsieke motivatie van deze werkers om hun beste beentje voor te zetten voor de vorming van de jeugd. Dit betekent een bejegening van belangstelling en respect, waarbij het antwoord op de vraag ‘wat kan ik voor u doen?’ leidend is voor het beleid. En radicaal en per direct stoppen met dat domme en contraproductieve new public management op outputfactoren.
5. Samenlevingsopbouw naar vriendelijke wijkgemeenschappen met veiligheid en structuur, waar elk kind zich geliefd weet om wie die is en uitgedaagd op wat die kan. Wat een dempend effect heeft op het ontstaan van jeugdproblematiek. Waarin de school beperking in de meester kan zijn door zich in elk geval toe te leggen op taal, kennis en rekenen op een zo hoog mogelijk niveau. En waarin het ook voor leraren veel fijner werken is. Wie weet, misschien nemen ze er wel een dagje bij.
Al deze maatregelen zijn haalbaar en uitvoerbaar. Want ze sluiten aan bij reeds bestaand beleid en/of hebben zich in de praktijk bewezen. Maar laat u het na dan vrees ik het ergste voor nog eens 10 jaar NPRZ.
Dan heeft u aan mij een hele lastige klant; want het zal mij niet gebeuren dat de kinderen van Feijenoord naar de kloten gaan door nog eens 10 jaar van dit kutbeleid.
Dank voor uw aandacht.
Geef een reactie